Ik kan me niet herinneren dat ik ooit een schilderij van haar in het echt zag. Ik ging bijna schrijven ‘live zag’, maar dat is dan weer typisch voor iemand die met televisieogen kijkt. Wat ik wel nog weet is dat er in 2009 een tentoonstelling over Elizabeth Peyton was in het Bonnefanten museum in Maastricht. Ik was te laat voor dat overzicht, maar de catalogus lag wel nog in de boekenwinkel te pronken en eiste al mijn aandacht op. Ik heb het toen niet gekocht. Waarom eigenlijk niet ? Maar het is me wel blijven achtervolgen. Ben er een paar keer langsgefietst via Amazon.com en Bookdepository.com en gooide het laatst toch maar in mijn mandje. Het was zalig om het op vakantiedag als vandaag in me op te nemen.
Ik ben geen kunst-historicus. Durf mezelf zelfs geen kunst-kenner te noemen, maar ben absoluut wel een kunst-liefhebber. Portretten hebben me altijd geïntrigeerd. Of ze nu van David Hockney, Picasso of Modigliani zijn, meer nog dan bij foto’s, zijn portretten een verhaal. Foto’s verdoezelen. Iedereen die een lens op zich staan heeft, toont zich van zijn beste kant. Of tenminste van een kant. Portretten zijn een interpretatie. Tonen hoe de kunstenaar je ziet en zetten je bloot tegenover eenieder die het aanschouwt.
Peyton werd populair met de portretten die ze in de jaren ’90 maakte van hier vrienden, lovers en art companions en royals. Pete Doherty, David Hockney, Kurt Cobain, Pati Smith, William & Harry, … Nu wil ik die portretten-op-klein-formaat asap in het echt zien.
“Live forever. Elizabeth Peyton.”, Phaidon, 2008.
Geef een reactie