marc didden over cinema

De loopbanen van Marc Didden en mezelf kruisten toen ik nog netmanager bij Eén was. Dat is intussen al meer dan een tijdje geleden. Ik werk niet meer voor Eén, en zelfs niet meer bij VRT. Vermits ik nu Europees lobby in het belang van het Europees publiek omroepbestel, staan zowel mijn bureau als mijn bed nu in Genève. Maar dat neemt niet weg dat ik met Marc een passie voor Brussel deel. Dus telkens als ik nog eens in het centrum van Brussel vertoef, hoop ik stiekem op Marc te botsen. Voor een fijne babbel onder kameraden. Die momenten zijn precies zeldzamer geworden. Is hij echt wat minder goed te been? Ik maak tegenwoordig meer kans op Denise te botsen, zijn echtgenote, die ik net zo waardeer. En ze moet me ook graag zien, want toen we mekaar laatst op de Oude Graanmarkt troffen – ik was met Bart Becks aan het bijpraten – haalde ze een zakdoek boven die ze zonet op één of andere antiekmarkt op de kop had kunnen tikken. Op die witte zakdoek was het meer van Genève geborduurd. Ze dacht meteen aan mij, en kocht het voor me. Het raakte me! ‘Fijne mensen’, zo plegen mijn man Filip en ik hen te benoemen.

Marc heeft een nieuw boek uit. Ik denk dat ik al zijn vorige gelezen heb, maar het oeuvre waarin hij zichzelf en zijn leefwereld beschrijft vind ik het mooist. Hij schrijft geestig, met teveel zelfrelativering maar dat geeft hem een vrijgeleide om vrijuit over vriend en de iets mindere vrienden te schrijven. Wanneer ik in het vakje rechts bij deze blog ‘Marc Didden’ intik, dan sta ik versteld hoe vaak ik het hier over de jaren over hem heb gehad.

Ik verkneukelde me in de vele personages en incidenten dat hij in dit boek over zijn cinema leven beschreef, tot ik plots mezelf in deze passage tegenkwam.

Wat ik wel vervelend vond was dat iemand vlak voor de serie op antenne ging onze werktitel ‘De Keyser van de smaak’ nog omboog naar ‘De smaak van de Keyser’. Bij de persvisie vroeg ik aan de baas van de VRT, toen mijn goede kameraard Jean Philip De Tender, of het de bedoeling was dat een andere serie die toen liep – ‘Kinderen van Dewindt’ – ook zou omgedoopt worden tot ‘De wind van de kinderen’. Hij kon erom lachen. Ik iets minder.

Ik was dat helemaal vergeten. Deze vermelding deed me een vage herinnering ophalen over een discussie binnen de VRT over de titel, maar het gesprek met Marc stond me meteen weer helder voor de geest. Het klopt, ik had gelachen, zeer hartelijk zelfs omdat je met iemand als Marc nooit weet of hij nu boos is of niet.

Ook dit boek heb ik graag gelezen. Omdat het op z’n Marcs is en dat is tegelijk zo mooi, zo lief en zo scherp. Toch heb ik een andere Marc leren kennen. Er is ook de Marc, de journalist en het boek is hevig gestoffeerd met interviews uit zijn Humo-periode.

En tussen alle grappen en grollen zit er ook zoveel wijsheid in. M’n meest gelezen stuk op deze blog is dit. En zie, Marc, geeft me gelijk maar op zijn manier.

Ik stelde aan studenten die een film gingen maken en/of schrijven altijd maar dezelfde reeks vragen, en die beginnen vaak met de drieëntwintigste letter van het alfabet, de W. Waarom wil je dit maken? Waar gaat dit over? Wanneer speelt dit zich af? Wat wil je ermee bereiken? Wie wil je dat ernaar komt kijken.

Marc had Filip en mezelf uitgenodigd voor de boekvoorstelling in Passa Porta maar we vertoefden rond dat meer van Genève. Dus liet ik hem weten dat we binnenkort met z’n vieren – onder kameraden – nog eens een visje zouden gaan eten in de Vismet. Het kreeg z’n fiat.

Tot slot voeg ik er nog graag aan toe dat niet alleen Denise en Marc fijne mensen zijn, maar dat Luster net zo’n fijne uitgeverij is.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: